Verbindingstypen configureren

Bepaalde verbindingstypen moeten worden geconfigureerd voordat u ze kunt gebruiken om een telefoon te verbinden met Nokia PC Suite.

Als de knop Configureren is uitgeschakeld (grijs) bij een geselecteerd verbindingstype, kan dit verbindingstype niet worden geconfigureerd en is dit ook niet nodig. De infraroodverbinding en de verbindingen via de USB-kabels (DKU-2, DKE-2, CA-53, CA-70 of CA-101) hoeven niet te worden geconfigureerd.

Seriële verbindingstypen (CA-42) configureren

  1. Controleer of het seriële (CA-42) verbindingstype dat u wilt configureren, is geactiveerd in Nokia Connection Manager.

  2. Klik op Configureren.

  3. Selecteer de juiste COM-poort in de lijst. Klik op OK.

  4. Sluit Nokia Connection Manager.

Opmerking:

De CA-42-kabel wordt aangesloten op de USB-aansluiting van uw computer. Windows herkent de kabel als USB-kabel. In Nokia Connection Manager dient u echter het verbindingstype voor seriële verbindingen op te geven om de CA-42-verbinding te controleren en, indien nodig, de COM-poort voor de kabel te definiëren.

 

Het type draadloze verbinding met Bluetooth-technologie configureren

  1. Controleer of het type draadloze verbinding met Bluetooth-technologie dat u wilt configureren, is geselecteerd in Nokia Connection Manager.

  2. Klik op Configureren.

  3. Volg de instructies van de gebruikersinterface om de apparaten te koppelen en te verifiëren.

  4. Sluit Nokia Connection Manager.

 

Zie ook:

Overzicht van verbindingen

Verbindingstypen configureren